Er is een patroon dat velen zullen herkennen:
de impliciete aanspraak.
Een ervaring waarin de ander iets van je wil — niet hardop, maar voelbaar.
Vaak komt het uit een ander tijdperk.
Als kind voelde je al wat de ander nodig had.
Je paste je aan, ging dragen, hield in of deed juist meer dan van je gevraagd werd.
Niet omdat het mocht, maar omdat het moest. Voor de liefde. Voor veiligheid.
En ergens nam je een besluit:
dit nooit meer.
Later in je leven verschijnt het opnieuw.
In relaties, vriendschappen, collega’s — zelfs in contact met je kinderen.
Iemand doet (vaak onbedoeld) een beroep op datzelfde stuk in jou.
Een energetische roep:
zou jij mij kunnen dragen, vasthouden, helpen, begrijpen?
Er zijn meestal twee bekende reacties:
De eerste weg: je geeft wat gevraagd wordt.
Je draagt — uit gewoonte, uit liefde, uit een oud patroon.
Maar ergens voel je dat je jezelf verliest.
De tweede weg: je trekt je terug.
Je voelt de impliciete druk en neemt afstand.
Niet uit onwil, maar uit zelfbescherming.
Omdat je ooit besloten hebt: dit niet meer.
Beide reacties zijn begrijpelijk.
Maar ze leiden vaak tot verwijdering.
Twee mensen — geraakt, verlangend naar contact,
maar gevangen in een dynamiek die veiligheid boven verbinding stelt.
Er is een derde weg.
Niet dragen. Niet redden. Niet aanpassen.
Wel blijven.
Wel benoemen wat er gebeurt.
Wel aanwezig zijn — zonder iets over te nemen.
“Ik voel iets in mij dat op afstand wil.
Ik merk dat er een oude aanspraak meedraait.
En ik wil blijven. Ik vertrouw op jouw proces.”
Deze weg vraagt volwassenheid. Om durven.
De bereidheid om te zien:
jij hebt jouw proces — ik het mijne.
We hoeven elkaar niet te dragen,
maar kunnen wel getuige, spiegel en supporter zijn
van elkaars ontwikkeling.
Herken je dit?
Waar trek jij je terug?
Welke oude aanspraak mag jij doorzien?
Zoals altijd: welkom om te delen.
Ik heb de komende weken geen ruimte voor gesprekken.
Wel voor contact.

#presenceincorporated #aanwezigheid #persoonlijkleiderschap #bewustzijn #menselijkerwerken
