
Aanwezigheid voelt magnetisch. Ik voel me aangetrokken tot mensen die er echt zijn. En andersom — als ik er echt ben, trek ik, nog steeds tot mijn verbazing, aan. Vooral mensen, maar ook situaties. Ik doe niks, ben gewoon aanwezig en plotseling is het daar. Klinkt nog steeds magisch — en zo voelt het ook.
Bij gebrek aan directe woorden voor aanwezigheid heb ik het vaak over iemand die thuis is in haar of zijn lichaam. Er echt is. Je kunt het zien aan hoe ze bewegen, voelen als je ze aanraakt, en iets zachter: ze stralen. Er lijkt een lichte, vrolijke energie om hen heen te hangen.
Aanwezigheid is voor mij veel meer dan belichaming. En toch zijn onze lichamen — in vele tradities en ook in mijn ervaring — een unieke poort naar de grond van aanwezigheid.
Zonder aanwezigheid kun je niet ervaren wat er werkelijk nu is. Je wordt dan, soms onmerkbaar, geleefd door oude patronen, verhalen of projecties.
Zonder aanwezigheid wordt het leven al snel iets om te managen.
Alsof je het moet snappen, oplossen, onder controle houden.
Maar in aanwezigheid verdwijnt dat script.
Er komt ruimte. Stilte. Adem.
Een stroom van leven die je niet maakt. Een diepe stroom die je draagt.
Daarom blijf ik terugkeren naar mijn lichaam. Mijn voeten op de grond. Mijn adem in mijn buik. Verbonden met mijn Kath punt (ook wel Hara of Tan Tien): twee vingers onder mijn navel en twee naar binnen.
Niet omdat dat hoort, maar omdat ik dan weer weet: dit is echt. Dit ben ik.
Aanwezigheid vraagt niets. Het is geen prestatie. Niet iets dat je doet.
Het laat wel alles toe. Een Ja tegen alles. Een poort naar. De basis van.
Daarin ervaar ik vrijheid.
Presence Incorporated is mijn manier om dit werk te delen.
Niet als methode, maar als uitnodiging.